Reisverslag Midden-Amerika #2 – De Caribische Kust van Costa Rica. Pura Vida of toch niet zo Pura? | The Book of Wandering

De grensovergang van Panama naar Costa Rica gaat soepel. Busje uit, bij loketje uitstempelen, vingerafdrukken geven, brug overlopen met rugzakken op, QR-code scannen, volgend loketje, welkom in Costa Rica, busje weer in. Maximaal 72 uur van tevoren moesten we een gezondheidsverklaring invullen en op onze telefoon de QR-code daarvan zetten. Ook hadden we een uitreisticket nodig, omdat we meer dan 90 dagen later pas ons retourticket hebben (we hebben online een tijdelijk uitreisticket gekocht, tsja, het moet, er werd deze keer niet om gevraagd, maar dat gebeurt wel).

De brug overlopen naar Costa Rica

We komen aan in het slaperige dorpje Cahuita en stoeien wat met het werkend krijgen van onze Costa-Ricaanse sim-kaart. Sommige dingen zijn hier niet heel logisch. Om een telefoonnummer te krijgen moeten we bellen, maar we hebben geen sim-kaart en aan de andere kant van de lijn geen Engels. Soms toch handig om wel in een toeristisch plaatsje of op het vliegveld aan te komen… Uiteindelijk regelt de receptionist van onze ‘cabinas’ (ons hotel) het voor ons via telefoon en whatsapp. Superfijn.

Groen-Zwarte Pijlgifkikker
Bruine basilisk-hagedis

Onze cabina stelt van binnen niet zoveel voor, maar ligt in een prachtige tuin waar we zonder een vinger op te tillen gifkikkers, bruine basilisk-hagedissen, talloze vogels en agouti’s zien. We zitten net buiten het dorp en op loopafstand van Playa Negra, het zwarte strand. Aan het eind van de middag verzamelen locals, surfers en andere toeristen zich hier om te relaxen.

Playa Negra, Cahuita
Playa Cahuita N.P.

Even verderop ligt Cahuita Nationaal Park, een prachtig stukje jungle met witte stranden erlangs waar je voor een donatie naar binnen mag. We gaan het park in, en hoewel het niet heel vroeg is zien we echt veel dieren (’s ochtends vroeg is eigenlijk de beste tijd om dieren te spotten): twee soorten apen, hagedissen, zelfs een slang, en natuurlijk een luiaard en … spinnen. Alette ziet altijd wel spinnen, ook al wil ze ze niet zien. Als we het lopen zat zijn, ploffen we neer op het zand en maken van de wandeling een strandmiddag.

Aapjes in Cahuita N.P.

De volgende dag maken we een avondwandeling waarbij we vanuit het dorp, langs de rand van het nationaal park (helaas dicht ’s avonds), op zoek gaan naar nachtdieren. We zien mooie beesten, zoals de felgele eyelash viper en verschillende kikkers, maar we worden een beetje zenuwachtig van de gids. Eerst denken we aan ADHD, maar als ie een pijpje opsteekt ‘om rustig te worden’ en we ons realiseren dat er rum in zijn waterfles zit, blijkt dat de ‘ADHD’ gewoon een stapeling van verslavingen is. Mmmm, ok. Beetje jammer, dat hebben wij weer. Helaas kunnen we in Cahuita niet snorkelen omdat de zee te ruw is; iets wat in dit seizoen eigenlijk heel vaak zo is.

Eyelash pit viper

Cahuita is niet onze eerste bestemming in Costa Rica omdat dat logisch is, want de toeristenhub Puerto Viejo is dichterbij, maar vooral omdat in Puerto Viejo bijna alles is volgeboekt (dit blijkt de weken erna een dingetje te zijn in Costa Rica…). Achteraf zijn we wel heel blij met Cahuita, want het blijkt onze favoriete plek aan de Caribische kust.

Het wandelpad door Cahuita N.P.

We vinden, terwijl we in Cahuita zijn, toch een overpriced hotel in Puerto Viejo en dat doen we dan toch, want we willen de stranden niet missen. Het is gelukkig wel een leuk hotel met een reizigers-vibe. Helaas is Puerto Viejo wel zo druk dat de goede restaurants ’s avonds volgeboekt blijken. En als je dan na hongerig rondlopen iets hebt gevonden, is het niet raar om nog meer dan een uur te moeten wachten op je eten. Anders is dat bij restaurant Stashu’s Con Fusion, een heel fijne plek net buiten de drukte van de hoofdstraat. We eten er heerlijk en het is er hartstikke gezellig.

Playa Cocles

We huren een fiets en fietsen meteen naar het meest populaire strand, Playa Cocles. Het is vrij druk. Je struikelt er over de Nederlanders, Duitsers, Fransen en Amerikanen. Het is ook een echte expat-plek lijkt het. Er is zelfs een volleybal-club op Playa Cocles voor de kinderen.

Punta Uva

De stranden waar we de volgende dag zijn, Playa Uva en rondom Punta Uva zijn dan weer helemaal anders. We moeten wel een heel stuk doorfietsen want het eerste stuk is ingenomen door families met grote 4WD-auto’s, maar onze moeite wordt beloond want we komen uit op een prachtig, vrijwel leeg strand. Wij voelen ons hier met uitzicht op het dorpje Manzanillo, en met goede schaduw, helemaal zen. We horen, en zien later, zelfs nog brulapen in het bos rondom.

Het strand tussen Punta Uva en Manzanillo

We hebben, eerlijk gezegd, wat gemengde gevoelens bij de Caribische kust van Costa Rica. Misschien is het omdat Bocas del Toro in Panama zo ontzettend leuk was. Misschien komt het omdat we in Puerto Viejo op bijna elke straathoek drugs aangeboden krijgen. En ’s avonds lijkt iedereen op straat dronken of stoned. Is dat onderdeel van de ‘laidback Caribbean vibe’? Niet helemaal ons ding. Wat zeker niet helpt is het nieuws dat recent twee meisjes in Puerto Viejo zijn aangevallen waarvan een verkracht. Wanneer wij er zijn, wordt een meisje bij Cahuita aangerand en beroofd. Waardoor alle vrouwen, locals en toeristen, zich niet meer veilig voelen hier. Een interessant bij-effect hiervan is dat wij blijkbaar, als duf stel, als veilig worden bestempeld door solo-backpackers en andere jongeren en we hebben op het strand al snel een kring zonnebadende mensen om ons heen.

Brulaap vlakbij Playa Uva

Als we dan aan de praat raken met een expat die hier al lang woont en zich inzet voor natuurbehoud, krijgen we ook te horen dat het natuurbehoud waar Costa Rica om bekend staat helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Een bekend hotel in het dorp wil bos kappen voor een telefoontoren, langs de weg naar Manzanillo zien we veel landjes waar enorme bomen zijn en worden gekapt voor nieuwe gebouwen, aan de rand van het nationaal park dat hier ligt. Er zijn zelfs plannen voor een grote jachthaven en sommigen willen van deze Caribische provincie het nieuwe Cancun maken. Dat zou wel jammer zijn… In het dorp zelf staat al geen boom meer overeind helaas. Pura Vida … zegt men elke dag meerdere keren tegen ons. Het voelt niet helemaal ‘echt’ of ‘puur’.

Surfers bij Puerto Viejo

Dus: Pura Vida of toch niet zo ‘pura’? We wisten natuurlijk wel dat Costa Rica een populaire bestemming was. Dus dachten we dat het in covid-tijd wel wat rustiger zou zijn. Het blijkt precies het omgekeerde. Het is hier hoogseizoen alsof het nog 2019 is. We hadden bedacht dat we gewoon rustig op de bonnefooi rond zouden reizen en wilden niet teveel vooruit plannen. Maar omdat alle vakantiegangers in de wereld geconcentreerd lijken in een paar landen, waarvan Costa Rica er één is, zijn alle betaalbare en leuke accomodaties al weken van tevoren volgeboekt.

Wulp op Playa Uva

De prijzen lijken ook 50-100% duurder dan wat we hadden gelezen van tevoren. Best even een tegenvaller. Na een week in Costa Rica zijn we het zat en plannen we de rest van het Costa-Rica-deel van onze reis dicht. En besluiten ook korter te blijven dan we van plan waren. Misschien komen we nog een keer terug als vakantie met een grotere bak geld, een auto en een lijstje hotelreserveringen.

Tortuguero N.P.

Een auto zou toch niet zo handig zijn geweest op onze volgende bestemming aan de Costa Ricaanse Caribische kust: Tortuguero. Hier komen geen auto’s. Je kan hier alleen met de boot komen, of misschien nog met een klein vliegtuigje. De boot hiernaartoe vanuit Puerto Limon (Moín) duurt vrij lang en is wat ongemakkelijk.

Tortuguero N.P.

Heel bijzonder is dat je hier door zoetwaterkanalen vlak achter de kust vaart, dwars door de jungle. Op verschillende plekken ontmoeten rivieren onderweg de zee en zie je opeens de golven en de blauwe kleur van de Cariben weer. Onderweg zien we een kaaiman, apen en een paar luiaards in de verte. Maar de claim dat de reis naar Tortuguero door de kanalen is ‘als een tour’ is een knap staaltje marketing.

Boten van en naar Tortuguero

We doen in de vroege morgen een ‘kano-tour’ met een fluisterboot. Ze hebben tegenwoordig ook elektrische motoren voor boten. Het maakt dat we dichtbij vogels en kaaimannen kunnen komen zonder ze te verstoren, en ook een beetje aan ‘groen’ toerisme doen. Heel gaaf dat we nu de groene basilisk hagedis (Jezus-hagedis, want hij kan over water lopen … ) zien. We varen langs nesten met kuikens van een tijgerreiger en van de bootsnavelreiger, het neefje van de schoenbekooievaar die we in Oeganda zagen.

Nest van de ‘boat-billed heron’
Groene basilisk, oftewel de Jezus-hagedis

De volgende dag wandelen we zelf nog door het nationale park en zien, zelfs zonder gids, nog best veel. We nemen ook uitgebreid de tijd en doen op z’n Jeroen & Alette’s vijf uur over een 2-uurs-wandeling. We kunnen een nieuwe aap afstrepen van ons lijstje: slingerapen. Ook hier loopt het wandelpad vlak langs zee en vinden we een plekje schaduw (hier veel zeldzamer) waar we een tijdje zitten te staren over de Caribische Zee. Zwemmen mag eigenlijk niet (stroming is te gevaarlijk, tot je nieuwe knieën kan best), maar het strand hier is prachtig wild en strekt zich tientallen kilometers uit naar beide kanten.

Brulaap, Tortuguero N.P.
Slingeraap, Tortuguero N.P.

Onze trip langs de Caribische kust eindigt met een ongemakkelijke reis naar San Jose via La Pavona. De rivier naar La Pavona staat zo laag dat we wiebelend door ondiepten geloodst moeten worden. Gelukkig hebben we ons reiziektepilletje op tijd ingenomen. Het heeft hier helaas niet genoeg geregend tijdens het regenseizoen. Ook in dit enorm groene land hebben ze last van droogte en staan de beken en rivieren te laag of leeg. Op weg naar La Pavona passen de boten maar net langs elkaar door de bochten.

De shuttle-bus naar San Jose

In de hoofdstad San Jose staan we helaas voor een dichte deur. Het door ons geboekte hotel heeft besloten om onze kamer aan een ander te geven (een 8 op booking.com – hoe dan?). We moeten na een vermoeiende reis in het donker met rugzakken op naar een ander hotel waar toeterende treinen vlak langs ons bed rijden. Geen zin om boos te worden, laten we het over ons heen komen en gaan de volgende dag snel door naar de andere kant van het land.

Iguana, Tortuguero

Nieuwe ronde, nieuwe kansen aan de Pacifische kust. We schrijven dit met uitzicht op een prachtige baai, kolibri’s om ons heen, rode ara’s in de amandelboom vlakbij. Zouden we Pura Vida dan toch nog vinden? Later meer daarover.

Heb je vragen over reizen in Costa Rica? Of heb je een eigen ervaring? Deel het hieronder met ons!

Disclaimer: We zijn nog steeds blij dat we hier zijn en niet in winters Nederland. Kijk dan, wat een prachtstranden! En ook nog al die dieren!

thebookofwandering

4 gedachten over “Reisverslag Midden-Amerika #2 – De Caribische Kust van Costa Rica. Pura Vida of toch niet zo Pura? | The Book of Wandering

    1. Dank voor het lezen en jouw reactie, Piet! Leuk! Hopen dat Nicaragua Guatemala wat minder druk is en ietsje goedkoper 😉

    1. Ha Sigrid, Leuk dat je het gelezen hebt! Het lijkt inderdaad erg snel veranderd, zeker nu Costa Rica een van de weinige ‘open’ landen is. Wanneer je vooruit plant en boekt, kan het nog steeds heel leuk zijn. Want het blijft prachtig!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar boven