In dit blog vertellen we waarom Óbidos de moeite waard is om een stop te maken tijdens jouw reis door Portugal. Zonder advertenties dus helemaal onze eigen persoonlijke tips en ervaringen.
We worden altijd wat argwanend als iets geadverteerd wordt als ‘mooiste’, ‘beste’ of iets in die trant. Zeker als het dan ook nog eens niet al te ver rijden is van grote steden zoals Lissabon en Porto, haken we eigenlijk al een beetje af. Toch besluiten we tijdens onze drie weken in Portugal een nachtje te slapen in Óbidos. Alleen al vanwege dat streepje op de Ó. En wat zijn we daar achteraf blij mee!
Meer lezen over Portugal? Tijdens onze drie weken in Portugal waren we ook in Porto, Sintra en de Algarve.
Óbidos: Blijf een nachtje slapen!
Komend uit het noorden over de A8 zien we bovenop de heuvel een kasteel met daaromheen gedrapeerd witte huizen met oranje daken tussen groengele velden en donkergroene bomen. Daar ligt Óbidos, een goed bewaard middeleeuws stadje met z’n eigen stadsmuur. Het is onmiskenbaar toeristisch, maar wij slapen hier een nachtje en kunnen daardoor ’s middags en in de ochtend het dorpje grotendeels zonder veel andere toeristen meemaken.
We worden perfect verzorgd in het appartement Retiro do Castelo, in een net gerenoveerd pandje aan de rand van een smaakvol nieuwbouwwijkje net buiten de stadsmuur. We lopen in vijf minuten naar de stadspoort en hebben van ons balkon uitzicht op het kasteel en het ommuurde dorp. Beter kan bijna niet!
En als je dan nog twijfelt om te blijven slapen, dan zijn dit vijf goede redenen waarom Óbidos sowieso de moeite waard is om te bezoeken.
Wandel over de stadsmuur
Misschien denk je dat je naar Óbidos komt vanwege die leuke witte huisjes met gele, blauwe en rode accenten. En ja, dat is ook waar. Maar wij komen naar Óbidos vanwege de stadsmuur. Op het moment dat we vanuit ons huisje aan de rand van Óbidos rechtsaf slaan, doemt de muur al boven ons op, slingerend over de heuvel waarop het stadje staat.
De stadspoort van Óbidos
Het begint al als we dan onder de poort doorlopen. Zoals veel van dit soort poorten loop je niet recht, maar in een kronkel door de meters dikke stadsmuur. En daar, op een klein plaatsje zonder dak binnenin de stadsmuur, ontvouwt zich een prachtig Azulejos plafond.
Verder lopend sta je aan het begin van het dorp en kan je een keuze maken. Je kan rechtdoor de hoofdstraat in, rechts de kleine straatjes onderaan de muur alvast verkennen, of je kiest een steegje linksaf om het verborgen pleintje met uitzicht over het dorp te vinden dat genesteld ligt tegen de westmuur.
Steile trappen
Maar wij kiezen om direct links van de poort de steile stenen trappen op te lopen. Hier begint de wandeling over de stadsmuur. Het is ongeveer 1,5 kilometer, maar foto’s makend zijn we wel even bezig! Uiteindelijk lopen we ’s middags het zuidelijke en westelijke deel. De zon staat al behoorlijk laag en ik wil de zon in mijn rug, maar kom niet te laat want dan ligt het dorp al in de schaduw van de muur. De volgende ochtend (helaas, wolken!) komen we terug voor het oostelijke deel van de muur. Het noordelijke deel slaan wij uiteindelijk over, maar geeft je een mooi uitzicht op de achterkant van het kasteel. Het kasteel van Óbidos torent hier uit boven de open binnenplaats waar ze Middeleeuws markten organiseren.
Kijk uit over de velden en ontdek de oude molens!
Het is niet alleen de eindeloze doorkijkjes en het daklandschap waarvan we genieten als we over de muur lopen. Rondom ligt een gevarieerd landschap met akkers, fruitboomgaarden, en heuvels. Vanaf de meest zuidelijke toren van de stadsmuur verrast opeens een wit-blauwe, typisch Portugese, oude molen.
Enigszins vervallen staat deze ‘moinho de vento’ op een klein heuveltje 150-200 meter ten zuiden van de stadspoort. Voor ons was dat van tevoren al iets waar we naar uit keken: om de oude moinhos de vento van Portugal te zien. Dus als je zin hebt, kun je er na het dorp verkend te hebben ook makkelijk nog even naar toe lopen. Wij hebben wel weer genoeg stappen onder onze riem, denken wij, na al die rondjes over de stadsmuur en dwalend door het dorp… We kunnen trouwens nergens informatie vinden waarin er een overzicht is van de oude windmolens van Portugal. Als je tips hebt, laat het ons weten!
Óbidos lag vroeger trouwens aan zee, en als je goed kijkt kan je tussen de heuvels, achter het station, de regelmatige velden zien liggen waar de baai dichtgeslibt is. Onze host geeft ons nog insiders tips voor twee plekjes om wat te eten of te drinken aan de Lagoa de Óbidos, maar helaas hebben we daar geen tijd meer voor ingeruimd. Maar Óbidos (en dan niet alleen het oude stadje) blijkt voor ons echt zo’n plek te zijn: hier zou ik best een tijdje kunnen wonen!
Dwaal door de achterafstraatjes
Deel van de charme van Óbidos zijn de achterafstraatjes. De drukte van de hoofdstraat valt van ons af wanneer we een steegje in slaan. Bougainville, vijgenbomen en kleurrijke bloemen springen ons tegemoet vanuit geveltuintjes en vanaf verborgen binnenplaatsjes. Door de hoogteverschillen kan je steeds wel weer ergens stiekem naar binnen kijken. Bijna alle witte huisjes hebben wel een kleurrijk detail: een blauwe hoek, een gele rand langs de onderkant. We worden er helemaal blij van!
Heb je je eigen lunch mee, dan is het leuk om de westelijke muur op te zoeken. Halverwege de muur is een uitzichtspunt met wat bomen en bankjes. Je kan hier ook, het voelt wat stiekem, door een verborgen poort naar buiten de muur en daar genieten van het uitzicht of van het wandelpad aan de buitenkant van de muur.
Slenter door de hoofdstraat
Linksom of rechtsom, uiteindelijk kom je net als wij altijd wel weer uit op de hoofdstraat. En dan is het wel zo fijn als je er aan het eind van de middag na 16 uur of ’s ochtends voor 10 uur bent. Daartussenin wordt het, ook in covid-tijden, toch echt wel drukker (wij zijn er eind augustus 2020). Aan het begin van het dorp en op meerdere plekken in het dorp staan trouwens hand sanitizers en er is een soort van eenrichtingsverkeer ingesteld. Mondkapjes op is hier – ook buiten – de norm als wij er zijn.
Specialiteiten van Óbidos
In de hoofdstraat zijn allemaal cadeauwinkeltjes. En – heel normaal, komen we in de loop van drie weken achter – een luxewinkel vol met … sardineblikjes! De Portugezen zijn duidelijk dol en trots op de sardines. De moeite waard om te proberen in Óbidos. En de sardine-paté die we later een keer bij een broodje krijgen, blijkt eigenlijk best lekker. Een soort van gerookte mosselen smaak. Al is dat natuurlijk geen plus als je dáár ook niet van houdt.
De hoofdstraat brengt je van de stadspoort naar het grote kasteel van Óbidos. Onderweg vindt je nog een mooi pleintje met de grote kerk van het dorp. Het kasteel zelf is tegenwoordig een luxe pousada , maar rondom zijn er verschillende binnenplaatsen waar we mensen zien pijl-en-boog-schieten, en er schijnt hier ook regelmatig een markt te zijn. Onze tip: verken vanaf hier de stadsmuur en de uitzichten rondom het kasteel verder.
Verbaas je over het aquaduct (en parkeer gratis)
Gewoonlijk zijn wij dan niet geneigd om als slot van een blog over de parkeerplaats bij een toeristische bestemming te schrijven. En we raden ook vooral aan om in Óbidos te slapen en dan lekker alles te lopen. Maar met deze parkeerplaats is wat bijzonders aan de hand. Aan de rand staat namelijk een kilometers lang aquaduct! Leuk om te kijken hoe ver je hem kan volgen. Trouwens, als je voor 9 uur ’s ochtends op de parkeerplaats bij het aquaduct parkeert, lijkt het er op dat je er gratis mag staan! We blijven Nederlanders natuurlijk.
Bewaar het op Pinterest
2 gedachten over “Is Óbidos de moeite waard? Onze tips!”
Reacties zijn gesloten.
Leuk blogje weer! En weer wat nieuwe dingen geleerd over Óbidos! Dat van de sardientjes wist ik niet, of niet meer. Maar er was ook een speciaal alcoholisch drankje als ik me goed herinner, een kersen brandy die je overal in de hoofdstraat kon proeven (uit kleine kopjes) en kopen
Dat hebben wij dan weer niet meegekregen! Nog genoeg te ontdekken in dit kleine dorpje!