In 2009 reizen we vier maanden met een klein 2WD busje rond door Zuidelijk Afrika. Met de klok mee trekken we door Zuid-Afrika, Namibië, Botswana, Zambia, Malawian en Mozambique terug naar Zuid-Afrika, Botswana en weer Zuid-Afrika. Via Botswana reizen we deze weken door naar Zambia en zo zien we twee van de best wildparken van Zuidelijk Afrika én de spectaculaire Victoria Falls. Lees mee in onze dagboekaantekeningen van toen.
2 april 2009, Livingstone, Zambia
Onze laatste dagen in Namibië is ons doel om in Katima te overnachten om in de ochtend Botswana binnen te rijden, maar de rivier beslist opnieuw anders. Net als in Rundu heeft de rivier campings overspoelt. Het enige probleem in Katima is dat er
echt geen enkele camping meer open is. Bij het koffiehuis op de hoek van
Main Street en de ‘snelweg ‘ wordt ons aangeraden om voordat de grens sluit toch nog door te rijden naar Kasane in Botswana. Na even nadenken doen we dat ook.
Grensovergang Botswana
Ook al is dit bij de brug de soepelste grensovergang ooit (en gratis waarschijnlijk omdat we een Botswana nummerbord hebben) schemert het wanneer we vanaf de grens over de geasfalteerde transitroute door Chobe heenrijden. Op de brug in niemandsland staan mensen met hun hele hebben houden, waarschijnlijk gevlucht voor de stijgende rivier (we horen dat het niet zo hoog heeft gestaan sinds eind jaren 50). We horen dat in Zambia mensen naar de hooggelegen weg zijn gevlucht om te slapen, weg van het water.
In Kasane crashen we voor de nacht bij Thebe Camping, maar doordat ook hier de meeste campsites onder water liggen staan we wel heel erg dicht op luidruchtige overlanders en slapen we slecht. ’s Ochtends verhuizen we naar Ngina, nog iets verder buiten Kasane, een veel rustiger alternatief, maar ook met weinig extra’s.
Chobe National Park
Het lastige met Chobe National Park is dat we hier niet zelf met ons 2wd-busje in kunnen rijden voor game drives. Dus proberen we iets te zoeken in het stadje. Net voor sluitingstijd op zaterdag om 13.00 vinden we een tourbureautje dat ons bevalt en voor ons een dagje met een game drive en een boat cruise regelt voor 150 pula per persoon per drive plus 70 pula pp voor de park fees.
Om 4.45u (!!!) staan we op om met dekentjes over onze knieën om iets over zessen in de ochtendkou in een open safari-auto van Chobe Safari Lodge richting het park te rijden. De zon komt net op.
Weer een leeuw, we hebben mazzel, maar 13 auto’s met toeristen die steeds verder opdringen is het wat te druk voor ons en voor de leeuwen. De twee vrouwtjesleeuwen verdwijnen al snel weer in het struikgewas.
Tsja, Chobe is erg mooi, maar ook erg druk met game drives op dagtrip vanuit Kasane. Na de bootcruise ’s middags (Olifanten aan de rivier en superveel hippo’s! Ook een paar crocs) besluiten we door te gaan naar Zambia. Hier moeten we nog een keer terugkomen met een eigen 4×4 zodat je dieper het park in kan en je tijd kan nemen voor alle beesten.
De grens is niet ver, maar een wereld verderop.
Grensovergang Zambia
Bij Kazangula lijkt het uitstempelen vanuit Botswana nog redelijk normaal, maar zodra we richting de ferry die de grensovergang doet rijden komt het gekkenhuis langzaam dichterbij. Eerst de jongens die naar je toekomen met papiertjes met hun naam om je te ‘helpen’ dingen te regelen bij de grensovergang. We rijden langzaam langs ze en rijden in 1x tot waar de ferry aangemeerd is, direct op de zandbedding.
Toevallig is er nog net een gaatje ter grootte van onze auto open op de ferry en rijden we dus brutaal meteen de ferry op bij de ons naar hem toewuivende ferycaptain. Op de boot worden we nog door een zambiaanse official – die benzine is wezen tanken in Botswana…. – nog een keer gewaarschuwd voor de ‘touts’ en ook voor de verzekeringsbureautjes aan de Zambiaanse kant. Aan de overkant wordt ons langzaam duidelijk waarom.
De zanderige landing in Zambia is een chaos van auto’s en trucks die allemaal bezig zijn hun eigen customs-papierberg te regelen. Het blijkt dat we van kantoortje naar kantoortje moeten en een uurtje moeten wachten tot onze uitvoerdocumenten voor de auto zijn uitgetypt.
Inclusief geld wisselen moeten we op 50 meter 8 bureautjes langs waar we stuk voor stuk fors moeten betalen: ferry 20 US dollar, Politie-Levy 10.000 kwacha, Transport Safety Toll 20 US dollar, Visa 50 US dollar per persoon, Customs voor de uitvoer vd auto (geen extra kosten), Carbon Tax 100.000 kwacha voor onze 1800cc motor (<1500cc is de helft), 112.500 kwacha voor de third party insurance bij State Insurance, waar we vriendelijk naar verwezen worden door de politie (tsja, moeilijk te zien of iets legitiem is als de ‘officiele’ verzekeraar zelf in een zeecontainer zit) en de kantoortjes accepteren alleen deze currencies, dus blij dat we genoeg dollars bij ons hadden en nog wat pula om te wisselen (1pula=720kwacha hier). In totaal kost ons bijna 150 euro om met de auto de grens over te komen.
Relaxen in Livingstone
We zijn moe. We hebben een maand gekampeerd. We zijn toe aan even uitrusten, een echt bed in een echte kamer. In Jollyboys Backpackers in Livingstone vinden we even een plekje om aan het zwembad te liggen, met weinig moeite en zelfs wat gezelligheid ons eten en drinken te regelen, weinig tot geen muggen en met vlakbij de pinautomaten (sinds Kasane eigenlijk alleen VISA, dus blij dat we die bij ons hebben).
Aan de pooltafel staat de lokale politie om 10.30 ’s ochtends gezellig een biertje drinken, een beetje te kletsen over de WK-kwalificatiewedstrijden en een potje te poolen. We eten cruesli met aardbeien yoghurt. Na de ‘falls’ zijn we weer een beetje opgeladen om onze reis dwars door Zambia richting Malawi voort te zetten. Het is hopen dat de rivieren ons vanaf nu een beetje met rust laten, maar we moeten sowieso nog een keer de Zambezi over in Mozambique. Dat wordt nog spannend als het water daar net zo hoog staat als hier…
Bij de watervallen van Victoria Falls stroomt het water met kracht en een enorme volume door de “devil’s pool”. De spray maakt ons door en door nat wanneer we over de walkway lopen boven het water. We lopen ook door tot boven de watervallen waar we onze voeten dippen in de rivier. Zwemmen niet aan te raden. Je verdwijnt zo over de rand…
14 april 2009, Lilongwe, Malawi
South Luangwa national park
In South Luangwa national park in Zambia hebben we een geweldige week gehad, na een weg te hebben gereden (Chipata-Mfuwe) waar je bijna een hersenschudding van kreeg zo veel kuilen, bobbels, gaten en ribbels werden we wel beloond met een prachtige plek. Een camping aan een rivier (Flatdogs, net buiten de park gate) met enorme bomen met uitkijkplatforms erin gemaakt. Je kan er ook op slapen.
Hippo’s drijven in de rivier die langs de camping stroomt en komen, wanneer het donker wordt, aan land. Je moet goed uitkijken voor hippo’s als je naar de wc gaat of aan het koken bent. Ze zijn echt enorm als dat dan voor je auto staat terwijl jij in de auto aan het schuilen bent of ’s nachts even wakker wordt en naar buiten kijkt … Al zijn de olifanten nog groter, blaadjes van de bomen rukkend hier en daar op de camping!
Eten verbergen
Vers eten mag ook niet in je auto, omdat sommige olifanten schijnen in te kunnen breken… Je eten is ook niet veilig voor de bavianen en vervetaapjee die hier wonen. De vuilnisbak staat achter een hek in een betonnen ombouw en is een plastic ton met een draaideksel (ooit voor chloor bedoeld…), en nog weten ze hem open te krijgen.
De bavianen zijn zo brutaal dat je jezelf echt groot moet maken om ze weg te jagen (een stoel als hulpmiddel is genoeg…). ….en dan waren we de camping nog niet af. Olifanten waren sowieso een beetje het hoofdthema, zulke gave beesten! En veel! Allemaal kleine groepjes verspreid over het park (en dus ook over de grenzen van het park heen, in de dorpen rondom het park vernielen ze ook hutten en doden ze mensen…). Het was sowieso het eind van het natte seizoen en dus waren de beesten behoorlijk verspreid en niet perse aan de rivier te vinden.
Vastzitten in de modder
Een deel van wegen in South Luangwe is nog niet begaanbaar wanneer wij er zijn … zoals we zelf hebben moeten uitvinden. Maar er is wel mobiele telefoonontvangst en een belletje naar de camping was genoeg (!!!!!) om een auto te sturen met sleepkabel en wel 4×4…en zelfs 4x4s raakten vast, zoals op een van onze game drives, maar eigenlijk is het een fantastisch park om met eigen vervoer en zelf 2×4 rond te rijden, alleen in het droge seizoen waarschijnlijk.
Vastzitten is eigenlijk best eng met hippo’s (zelden op land, maar net daarvoor 100 meter voor ons rennend overstekend, dat is wanneer ze het gevaarlijkst zijn…) en tetterende olifanten om je heen op een plek waar je de dag ervoor nog leeuwen op 5 meter van de weg hebt zien luieren in het struikgewas.
Leeuwen en meer
Oh ja, leeuwen! Alle dagen dat we in het park zijn geweest (3 dagen, anderhalf met eigen busje en anderhalf met game drives) hebben we leeuwen gezien! Verschillende groepen ook van verschillende grootte, een groep van 7 en een groep van 12 en er zijn ook nog grotere groepen in dit deel van het park.
Wat je niet met eigen vervoer kan doen zijn de night drives en die zijn eigenlijk wel het meest bijzonder! Hyena’s, genets, civets, nachtzwaluwen en vooral jagende leeuwen!!!! Een grote groep die langzaam een bangig groepje impala’s omsingeld en nadat de impala’s ontsnapt zijn elkaar uitgebreid gaan liggen wassen als hoopje leeuw met z’n twaalven.
Die avond zitten we met twee Nederlandse kinderen van ambassadepersoneel uit Lusaka in de game drive auto, die het met hun nieuwsgierigheid en enthousiasme ook erg leuk maken. Na de drive worden we meegesleept naar de familie en hebben we een ontzettend gezellige avond met spaghetti bolognese, bier en veel wijn. De volgende ochtend komen we elkaar lichtelijk brak weer bij het zwembad (!) tegen. Hippo’s knorren (grunten?) op de achtergrond dat ze het wel erg warm hebben.
Na een week in South Luangwa hersenschudden we terug naar Chipata en rijden dan in één keer door naar Lilongwe in Malawi waar we dit schrijven.