Reisdagboek Zuidelijk Afrika – Aantekeningen #2 uit Zuid-Afrika – Kgalagadi Transfrontier Park

In 2009 reizen we vier maanden met een klein 2WD busje rond door Zuidelijk Afrika. Met de klok mee trekken we door Zuid-Afrika, Namibië, Botswana, Zambia, Malawian en Mozambique terug naar Zuid-Afrika, Botswana en weer Zuid-Afrika. We gaan voor het eerst van onze leven op zoek naar leeuwen. Dat doen we in de Kalahari-woestijn, in het Kgalagadi Transfrontier Park. Lees mee in onze dagboekaantekeningen van toen.

Onderweg naar de Kalahari

1 maart 2009 – Vanuit Kaapstad rijden we in een paar dagen naar Kgalagadi, een park aan de grens met Botswana (en voor een deel ook in Botswana). Nu begint onze reis van vier maanden door Zuidelijk Afrika pas echt. We hebben onze eerste stopover in Springbok, gooien de tank vol in Pofadder en overnachten in Upington voor we het wildpark binnenrijden bij Twee Rivieren.

De woestijn blijkt groen

Naar Kgalagadi toe blijkt de weg al wel helemaal geasfalteert (net als de weg naar de grens met Namibië naar Rietfontein), al stond dat niet op onze kaart. De gravelwegen beginnen pas in Namibie, maar daarover later meer.

Struisvogelfanilie

Het is hier regenseizoen. Dat hadden we gelezen. Maar dan hadden we nog niet echt verwacht dat het écht zou regenen in de Kalahari-woestijn! Het is dan ook veel groener dan we hadden gedacht, maar het heeft ook nog eens meer geregend dan anders. Dus is het gras best hoog… en de modderplassen best diep…

De ondergrond blijkt hier en daar zachter dan we denken…

Onze Lion King camper houdt zich erg goed en we worden al helemaal vriendjes! We zijn maar één keer vast komen te zitten op een van de parkwegen (zand & gravel en nu dus ook modder). Maar het is ook gelukt om er zelf uit te komen met duwen en een beetje achteruit vooruit gas geven. Wanneer we met onze buren op de camping kletsen, blijkt het nog wel mee te vallen met ons. Zij zijn met hun 4×4 4x vast blijven zitten en moesten 4 uur wachten om eruit te worden getrokken.

Eerst iets over leeuwen… Onze eerste wilde leeuwen ooit.

Leeuw!

Ondanks de groene Kalahari is het ons gelukt om vier dagen achter elkaar de bijzondere Kgalagadi-leeuwen te zien. Bijzonder omdat de mannetjes zwarte manen hebben. Verder zijn ze net zo lui als elke andere leeuw in Afrika.

Meer leeuwen

Onze eerste ontmoeting is op de zandweg tussen Twee Rivieren en Nossob camp. Aan de rand van de weg ligt een mannetjesleeuw een beetje op zijn rug te slapen. Nadat we een tijdje naar een slapende leeuw hebben zitten staren, blijken er aan de overkant van de weg nog een mannetjesleeuw en een vrouwtje te liggen.

Even bijkomen van de regen

Wanneer het gaat regenen worden alle leeuwen wakker en gaan ze heel zielig zitten kijken. Na verloop van tijd (ja, voor leeuwen kijken heb je geduld nodig) houst het op met plenzen en verplaatst het tafereel zich naar de weg zelf. Het zand van de ‘weg’ blijkt net even iets comfortabeler te liggen. Tot de auto’s gaan irriteren en er gegromd en naar banden gehapt werd. Ja, zo dichtbij waren ze dus echt 🙂

Giraffen
Zuidelijke Geelsnaveltok

Een uurtje voor schemering gaat de groep op zoek naar eten en verdwijnen ze uit beeld. Maar dan moeten wij dus nog door de schemering naar ons kamp. Onderweg sist een pofadder (!) op de weg ons nog toe. De volgende dag game-driven we rondom Nossob camp.

Pofadder

Vlak ten noorden van Nossob-kamp liggen op zo’n 200 m van de weg een stuk of 7 leeuwen in de schaduw te liggen. Kort nadat we ze ontdekken, besluiten ze richting ons te komen lopen en een meter of 10 voor ons de weg over te steken. Erg gaaf!

Jakhalzen
Gnoes (wildebeesten)

Verder zien we ook bat-eared fox en jakhalzen. En laten we de eeuwig aanwezige springbokken en struisvogels en gemsbokken en wildebeesten en gigantische hoeveelheden verschillende soorten vogels niet vergeten. Vooral de roofvogels zijn indrukwekkend, maar we moeten nog even een vogelboek kopen, dus even geen details beschikbaar…

Gemsbokken

Verstandig als we zijn ( :s ), zijn we omgekeerd bij een moddermeer waar we onze Lion King niet doorheen wilden sturen. Onze tocht naar Mata Mata (10,5 uur over 165 km inclusief al het silstaan bij beesten) de volgende dag werd vooral op het laatst weer bijzonder toen we giraffes tegenkamen. Een single mannetjesleeuw (wel een beetje erg omringd door 4x4s op hun sundowner-game-drive) verwelkomt ons vlakbij Mata Mata camp.

Giraffen

De laatste dag in Kgalagadi rijden we weer terug naar Twee Rivieren (al is het mogelijk om bij Mata Mata de grens naar Namibie over te gaan als je je papieren in Tweerivieren hebt geregeld). In Namibië hebben we een zuidelijker bestemming voor ogen en dit geeft ons nog een extra dag om door het park te rijden.

Steenbok

Die extra dag blijkt de moeite waard, want een drietal leeuwen (jong mannetje en twee vrouwtjes) ligt nog na te dutten van de nacht in de schaduw van een boom. Ze zijn wel wat verder weg dan de andere leeuwen die we gezien hebben, maar dit betekende dus vier dagen achter elkaar leeuwen! Dat is ook voor dit park wel bijzonder, vertelt men ons.

Bateleur

’s Middags rijden we Kgalagadi uit. We slaan nog ijs in voor onze koelbox, iets wat ze bijna overal verkopen. Het enige nadeel is dat de zakken niet waterdicht zijn en de bodem van de koelbox dus een centimeter of 15 onder water komt te staan als het ijs smelt. Kamperen doen we 65 km zuidelijker. Onze laatste slaapplek in Zuid-Afrika is bij Molopo Lodge met privébadkamer (!) en struysvoëlbiefstuk.

Schildpad op de camping

thebookofwandering

Terug naar boven