In dit eerste reisverslag over Namibië en Zuid-Afrika lees je de uitgebreide verhalen van achter de schermen terwijl we reizen van Windhoek naar de Kalahari en Fish River Canyon, de grens oversteken naar Zuid-Afrika voor Augrabies Falls National Park en Kgalagadi Transfrontier Park; en weer terugkeren naar Namibië voor Lüderitz en heel veel woestijn!
In 2024 zijn we weer voor langere tijd op reis! Bijna elf weken lang reizen we door Namibië, Botswana en Zuid-Afrika, en steken we ook nog een dag de grens over naar Zimbabwe. We waren al eens in deze regio. Jaren geleden reden we met een 2WD busje vanuit Kaapstad door Zuid-Afrika, Namibië, Botswana, Zambia, Malawi en Mozambique. Omdat we met een 2WD niet alles konden doen, al hebben we toen ook al vrij veel van die auto gevraagd, haha, hebben we deze keer een 4WD met daktent om de plekken te ontdekken die we toen niet konden zien. Ook komen we terug op een paar van onze favoriete plekken zoals Sossusvlei, Etosha NP en Chobe NP. Lees nu ons eerste reisverslag van deze reis door Namibië, Botswana en Zuid-Afrika.
* Dit artikel bevat affiliate links. Als jij iets via deze link boekt of koopt, verdienen wij hier een kleine commissie op zonder dat het jou iets kost.
Terwijl we dit schrijven zitten we met onze voeten in het rode zand van de Namib-woestijn terwijl er allemaal torretjes en vliegjes zijn die onze voeten willen opeten. Het is 35 graden in de schaduw dus als dit reisverslag wat onsamenhangend is, kan dat zijn omdat hersens zijn gesmolten.
Het is de eerste middag sinds een tijdje dat we ‘vrij’ zijn en geen bereik hebben. En omdat het te heet is om een duin op te lopen, zijn we nu toch eindelijk begonnen met het schrijven ons eerste reisverslag. Ondertussen worden we afgeleid door gemsbokken die komen drinken bij de drinkplaats voor de deur van onze privé-campingplek in het Namibrand Natuurreservaat. Er zijn hier bij Namibrand Family Hideout in totaal maar drie kampeerplekken. De volgende plek is een paar honderd meter verderop achter een andere duin.
Aankomst in Windhoek
We komen aan op het vliegveld in Windhoek op een vrijdagmorgen heel vroeg. De autoverhuurder haalt ons op. En na een gebroken nacht krijgen we in 2 uur even uitgelegd hoe de auto en het campingmateriaal allemaal werkt. Het is toch een beetje meer dan verwacht. De helft vergeten we natuurlijk meteen weer (we zijn de haringen voor de luifel nog steeds kwijt).
Slaapplek: Chameleon Backpackers Windhoek – 2 nachten
Ter plekke vergeten we meteen dat we met daktent natuurlijk wat hoger zijn dan gemiddeld en dat je opeens moet letten op bordjes “Hoogte max 2,2 meter”. En dat je dus niet zomaar de parkeergarage van een winkelcentrum in kan rijden. Oeps. De pinnetjes van het trapje naar de daktent verbogen. We komen hier pas achter als we een paar dagen later de eerste nacht willen kamperen: op een camping middenin de woestijn. Gelukkig is daar Carlos, de fantastische monteur van Kalahari Anib Lodge, die het ter plekke allemaal weer recht buigt en aan elkaar klinkt en last.
Slaapplek: Kalahari Anib Lodge campsite – 1 nacht
T.I.A.
Gelukkig is dit Afrika en is overal een bush-oplossing voor. En soms heb je gewoon heel veel geduld nodig. Want we waren dus in dat winkelcentrum om een sim-kaart te regelen. Maar ja: zaterdag dus. Tip: het is het handigst om een sim-kaart meteen op het vliegveld te regelen, ook als je hostel zegt dat ze mogen verkopen en activeren. Want dit zou Afrika niet zijn, als het toch net even anders loopt: Wel eens gehoord van T.I.A.? This Is Africa. Je kan nog zo hard plannen en dingen proberen te regelen zoals jij dat gewend bent, hier gaat het nou eenmaal vaak net even anders dan verwacht.
SIM-kaart in Windhoek
Zo zijn de regels voor het verkopen van sim-kaarten net veranderd: iedereen moet nu geregistreerd en de sim-kaart kan alleen geactiveerd worden bij een officiële telefoonwinkel zoals van MTC. Als we eraan komen zien we een lange rij, blijken de sim-kaarten op te zijn, worden we naar de markt gestuurd om er daar een te kopen (de jongen van de Pick’n’Pay supermarkt loopt gelukkig even mee, want zelf hadden we het nooit gevonden).
Meteen maken we wat kopieën van ons paspoort omdat we allemaal mensen met kopieën zien zitten en geen zin hebben om na 2 uur wachten weer weggestuurd te worden (maar misschien was dat toch niet nodig). Als we na 2 uur in de telefoonwinkel aan de beurt zijn, blijken ook de sim-kaarten weer “aangevuld”. Aan het eind van de middag kunnen we bellen en internetten voor 15 euro voor 25 Gb, een koopje. Hoe vaak we dat nu echt kunnen gebruiken is maar de vraag. Want vaak is er gewoon geen bereik in de woestijn.
Regelen
We zijn maar wat blij met onze sim-kaart want inmiddels hebben we al vier keer moeten bellen – en nog vaker ge-whatsappt – met onze autoverhuurder en monteurs om dingen te regelen. Reizen is toch niet altijd makkelijk, maar het voelt altijd weer enorm empowering als je weer iets hebt kunnen regelen of laten regelen zodat je verder kan.
Nog steeds terwijl we dit schrijven in de Namibrand: er loopt weer een oryx (gemsbok) langs, twee zelfs, onderweg naar “ons” waterpunt. De felblauwe lucht slaat bijna wit uit van de hitte. De acaciabomen steken uit het hete zand de lucht in. Hun wortels gaan tot wel 60 meter diep om water te zoeken, leerden we vanochtend van onze Namib rand-gids Adam. De twee oryx knabbelen aan wat blaadjes van een jonge acacia aan de rand van onze plek, terwijl we elkaar aanstaren.
Fish River Canyon
Vanaf de prachtige woestijncamping bij de luxe Anib-lodge met ’s nachts enorme eland-antilopen bij onze kampeerplek rijden we door naar Fish River Canyon. Vorige keer dat we hier in de buurt waren konden we er niet komen omdat er toen overstromingen waren. Nu rijden we er soepeltjes heen door een laagstaand riviertje en over goede gravelwegen. Als we afslaan van het asfalt naar de gravel stappen we uit en laten we onze banden af naar 1,8 bar om beter grip te hebben en minder kans op lekke banden. Later zullen we dit vaak bij een benzinestation laten doen, net zo handig.
We kamperen bij Canyon Roadhouse op twintig minuutjes buiten het natuurreservaat van Fish River Canyon. Het is de twee na grootste canyon ter wereld, zeggen ze. Hij is ook best groot, zien we met eigen ogen. Dit roadhouse doet niet onder voor Solitaire (voor de kenners) en is ook echt een klassiek roadhouse met overal oude machines, een mooie tuin en een grappig ingericht restaurant waar mensen voor omrijden. Gewoon langs de weg zien we onze eerste zebra’s van deze reis galopperen.
Slaapplek: Canyon Roadhouse Campsite – 2 nachten
Naar Zuid-Afrika: Augrabies Falls national park
De volgende dag gaan we de grens over naar Zuid-Afrika. We mogen geen groente, fruit, kaas of melk meenemen de grens over. Wij denken aan alles gedacht te hebben, maar brandhout meenemen mag ook niet. We laten het achter bij de grens. In Upington vullen we onze koelkast weer aan. We kopen bij de winkel Game in de mall ook meteen een keukentrapje met drie treden. De daktent is toch wel erg hoog om op te zetten terwijl je op de autobanden, achterbumper en achterbank staat te balanceren. Dit maakt het veel makkelijker: dit gaan we toch meer dan twee maanden lang doen dat opzetten en afbreken van die daktent.
Tussen de velden met druivenstruiken onder gaas rijden we naar Augrabies Falls National Park. We waren hier nog nooit eerder. Wat niemand ons had verteld was dat hier op de camping genetkatten en klipdassies leven. En we krijgen in de avond zelfs bezoek van een Africa wild cat. ’s Avonds steken er bavianen over op de camping om te gaan slapen in de ernaast gelegen rivierkloof. We worden wakker van vogeltjes die tegen de zijspiegels van de auto zitten te tikken. Al die dieren maken zo’n camping toch altijd weer extra speciaal.
Bovenlangs de Augrabies watervallen en de canyon maken we in de ochtend een korte wandeling. Aan het eind liggen de Twin Falls en een uitzichtspunt dieper de canyon in. Overal zijn hagedisjes. Het wordt al snel heet.
Slaapplek: SAN Parks Augrabies Falls – 2 nachten
Kgalagadi Transfrontier Park
De volgende bestemming is Kgalagadi Transfrontier National Park. Vijftien jaar geleden zagen we hier onze eerste leeuwen in het wild. We werden betoverd door de bijzondere landschappen van de Kalahari-woestijn: het rode zand en de droge rivierbeddingen. Er werd ons eigenlijk verteld dat dit geen park is voor beginners. Al was het voor ons het eerste wildpark dat we ooit bezochten. Door het extreme woestijnklimaat zijn de dieren erg verspreid en duurt het soms best lang totdat je weer wat dieren ziet. Maar wij houden hier van.
In het Zuid-Afrikaanse deel mag en kan je ook met een 2WD rondrijden ook al is het soms erg zanderig en hobbelig. De Botswaanse kant is een stuk wilder, alleen met 4WD te bereiken en niet voor watjes. Wij blijven deze keer aan de Zuid-Afrikaanse kant. In Kgalagadi ben je echt in een uithoek van een uithoek. Veel Europese toeristen zie je hier niet.
We werden vooraf vooral gewaarschuwd dat we voor de nationale parken in Botswana lang van tevoren moesten boeken, maar niemand had het over dit park. En toen we dit als laatste bij onze reisvoorbereiding wilden boeken, bleken de populairste campsites (Nossob en Mata Mata; in deze uiteinden van het park zijn meer dieren dan aan het begin) al volgeboekt. We wisten in het park uiteindelijk nog wel een huisje te scoren in Mata Mata. We hebben drie nachten op een andere campsite (Twee Rivieren). Eenmaal in Mata Mata aangekomen vragen we of ze toch nog beschikbaarheid te hebben. Bij het luxe Kalahari Tented Camp vlakbij is toch nog plek!
Giraffes en de eerste leeuw!
Vlakbij Mata Mata zien we onze eerste leeuw van deze reis. Hij ligt een beetje rond te hangen in de schaduw van een grote boom. In de duinen naar Mata Mata toe zien we enorm veel struisvogels, meestal met baby-struisjes. Oryxen zijn overal, net als springbokken. We zien ook nog mooie wildebeestkuddes en hartebees-antilopen. Stokstaartjes, grondeekhoorns, secretarisvogels en kori bustards maken het af. We zien twee keer grote Cape cobra’s op de weg.
Heel veel giraffen
Het is geweldig om in het tented camp een drinkplaats voor onze deur te hebben en vanaf onze veranda in de verder droge rivierbedding dieren te kunnen zien. Er zijn de hele tijd jakhalzen bij de drinkplaats te zien en er komen oryxen en wildebeesten langs. Als we de volgende ochtend de wekker weer vroeg zetten om de zon op te zien komen boven onze eigen drinkplaats, komen daar zomaar 25 giraffen uitgebreid drinken, met de hele familie van groot tot klein. Het is voor ons echt heel bijzonder om dit te zien. Tot nu toe zagen we giraffen alleen met z’n tweeën of drieën, maximaal vijf bij elkaar, en nog nooit zo’n grote groep tegelijkertijd!
De eerste nacht bij Kgalagadi kamperen we vlak buiten het wildpark bij de Kgalagadi Lifestyle Lodge, een echte aanrader. En omdat je in de ochtend, als de gate opent, hoe dan ook je permit moet laten aftekenen bij de gate (die ook grens is), zijn er eigenlijk weinig voordelen van slapen op de Twee Rivieren campsite. We hadden bij deze lodge een privé-badkamer bij onze kampeerplek. Er is een winkeltje, een leuk restaurant en een mooi zwembad. Er steekt zomaar een wildebeest over langs ons heen.
Slaapplekken: Kgalagadi Lifestyle lodge campsite (1 nacht), Twee Rivieren rest camp (2x 1 nacht), Mata Mata rest camp (1 nacht), Kalahari Tented Camp Mata Mata (1 nacht)
Oude cultuur
Wanneer we naar het park rijden zien we een familie in gewone kleren langs de weg naar het park toe lopen. Als we terugkomen van onze game drive, en later het wildpark uitrijden, staan ze daar omgekleed in een lendedoek, te dansen. Ze bieden sieraden te koop aan. Er staat een bordje dat je met toestemming foto’s mag nemen. Het zijn San, de oorspronkelijke inwoners. Het voelt allemaal wat ongemakkelijk, zeker omdat veel mensen die je hier tegenkomt ook gewoon San zijn, met normale banen en een normale plek in de maatschappij. De oude cultuur van jagen en verzamelen is zo goed als verdwenen. En wordt eigenlijk alleen nog voor toeristen georganiseerd.
Terug naar Namibië
We rijden terug de grens over naar Namibië, weer geen vers eten mee dus we rijden langs de grote Spar in Keetmanshoop voor ons avondeten. Op de heenweg stopten we hier ook al even. En omdat gewaarschuwd werd voor stelen uit je auto en bedelaars deden we toen heel voorzichtig, namen geen tassen mee en snel de supermarkt in en uit alsof we Zuid-Afrikaans zijn. Deze keer zijn we wat laks, want het ging zo goed. De fototas nemen we deze keer mee de supermarkt in (in plaats van verborgen in de canopy) en dat valt op.
Als Jeroen als een domme toerist denkt dat hij deze keer wel even de spullen uitgebreid in de koelkast kan zetten en de deuren opent, blijkt dat toch iets minder verstandig. Er staan meteen zes mannen om ons heen. We gaan toch maar snel de auto in, en we doen alsof het ons allemaal niet boeit en rijden een soort van rustig weg. Tien kilometer buiten het dorp, er is hier weer niets dan woestijn, zetten we de spullen alsnog in de koelkast. We weten weer even dat we toch moeten blijven opletten.
Deze avond slapen we op een heel bijzondere plek. Alweer??? Ja, alweer!!! Op de Mesosaurus Fossil Site & Camping slapen we aan het eind van een smal 4×4 track tussen de prachtige kokerbomen. Deze bizarre bomen staan overal verspreid bovenop rotsen en bergjes. Het sanitair is wat primitief, maar de uitzichten en de zonsondergang zijn onbeschrijfelijk. Ook de ontvangst van de oude Giel Steenkamp kan niet hartelijker.
Slaapplek: Mesosaurus Fossil camp – bushcamp – 1 nacht
Lüderitz en Kolmanskop
We gaan een paar dagen naar Lüderitz voor een pit stop. Als je denkt dat je na de hete woestijn wel even gaat chillen aan het strand, dan heb je gelijk, letterlijk. Het is opeens vijftien graden kouder, en bijna weer voor lange broeken en een trui. En een echt strand hebben ze hier eigenlijk ook niet. Het is meer een soort eind-van-de-wereld-plek. Je kan ook alleen maar dezelfde weg terug nadat je erheen bent gereden.
Een studio-appartement bij Wildhorses B&B van de aardige Portugees José en de Zuid-Afrikaans/Namibische Antoinet is ons thuis voor een paar dagen. We hebben wat dingen te regelen, een wasje te doen. De volgende ochtend gaan we ook flamingo’s zoeken (en we vinden ze). En we gaan met zonsopgang naar het oude, verlaten diamantendorp Kolmanskop. Het bijzondere van Lüderitz is hoe Duits het is. Dus: schnitzel, drie keer taart, en mooie huizen met houten vakwerk.
Slaapplek: Wildhorses B&B and self-catering – 3 nachten (Aanrader!)
Ondertussen terwijl we schrijven in de Namibrand: we worden eind van de middag in de woestijn plotseling omringd door sociale wevervogels. Met z’n twintigen of dertigen hippen ze in het zand om ons heen en drinken van het waterschoteltje dat we neer hadden gezet voor eventuele bijen. Eerder, bij Mesosaurus liepen we onder een gigantisch weversnest van meters breed en hoog met tientallen van deze vogeltjes.
Begin van een week lang door de Namib-woestijn
Alette droomde er al lang van om meer tijd in de woestijn door te brengen (en niet alleen highlights te bezoeken). Dus hebben we allemaal bijzondere plekjes uitgezocht om een of twee dagen in de natuur te zijn. Op dit moment zitten we daarom ook in Namibrand natuurreservaat waar het echte begin van de rode duinen van de beroemde Sossusvlei is. Donkere bergen zijn hier vermengd met rode duinen.
Klein Aus
Na Lüderitz landen we in Klein Aus Vista als eerste camping op een route die ons door de Namib naar het noorden gaat brengen. We waren van plan te wandelen, maar het zwembad blijkt toch wel heel aantrekkelijk, net als de wifi. Heel fijn even een middag niks doen.
Slaapplek: Klein Aus Vista campsite – 1 nacht
De weg tussen Lüderitz en Aus is een attractie op zich met bergen, uitgestrekte, droge grasvlaktes met hier een daar een oryx. We gaan op zoek naar de wilde paarden van de Namib en ze komen gewoon naar ons toe, iets te dichtbij naar Alette’s smaak terwijl Jeroen zegt dat ze foto’s moet blijven maken. Een wildpaardenhoofd is best groot zo vlak naast je raam. Vlakbij Lüderitz waaien de duinen over de weg en is een mannetje de hele tijd in een bulldozer de duinen terug aan het schuiven.
Namtib bioreserve
Bij Aus slaan we linksaf dieper de Namib-woestijn in. We rijden een aangeraden D-weg door de Tirasbergen. Rechts bergen, links rode duinen van de Namib. We komen op een ecologische guestfarm terecht in Namtib bioreserve. De Namtib Desert Lodge heeft niet alleen een mooie lodge met tuin, maar ook een camping. Zulke grote plekken hadden we nog nergens. De campsite is drie kilometer van de lodge. Er zijn maar vijf plekken op 50 meter van elkaar. En elke plek heeft een enorm grote acacia om onder te kamperen. We hebben echt kilometers uitzicht over golvende vlaktes met hier en daar een boom, bergen rondom. En het Namib-zand gloort aan de horizon.
Slaapplek: Namtib desert lodge campsite – 1 nacht
Vossen en gemsbokken
Vanochtend hebben we rond zonsopgang met een gids een nature drive gedaan. Adam rijdt ons door de meest fantastische landschappen heen. Ook al kwamen we meer voor de landschappen dan de dieren zien we ook grote groepen zebra’s, nog meer oryxen en struisvogels. We zien zelfs de sporen van een luipaard, maar een paar kilometer van waar we slapen. Toen we gisteren aankwamen zagen we voor de eerste keer ook al een groep van vijf bat-eared fox. En een Kaapse vos bezoekt ons in het donker in ons kampje. Hij is erg brutaal: dit wit-beige vosje klimt zelfs zomaar op tafel op zoek naar eten. Gelukkig hadden we het net op. Hij gaat ervandoor met een spatel die we in de duinen rondom nog niet hebben kunnen terugvinden.
Slaapplek: Namibrand Family Hideout – 2 nachten
In ons volgende reisverslag over Sossusvlei en de Namib-woestijn lees je nog veel meer over de woestijn van Namibië!
Heerlijk om te lezen. Al die ruimte in Namibië! Geniet van jullie reis. Wij genieten mee.
Heel leuk om al wat te lezen van jullie eerste avonturen. Die eerste foto van de zonsopgang in de Namibrand is echt beeldschoon, die kan zo aan de muur! Nooit geweten dat de woestijn zo mooi en divers kan zijn. Veel plezier nog daar! Groetjes uit Den Haag.