“Zal ik je banden leeg laten lopen? Zin om te dune bashen? Wil je de woestijn doorkruisen? Gids nodig?” Het is de enige keer in Oman dat we in vier minuten door vier wannabe-gidsen worden benaderd om hun diensten aan te bieden. We staan bij het Shell Station in Bidiya – dé plek waar je je trip naar de duinen van de Wahiba Sands (of Sharqiya Sands) woestijn kan regelen. Eigenlijk heel logisch en handig dus dat er mensen zijn die je daarbij willen helpen…. En die banden, die zouden ze maar halfleeg laten lopen om beter op het zand te kunnen rijden. Lees nu ons reisverslag over Wahiba Sands en Wadi Bani Khalid tijdens onze vier weken roadtrip door Oman.
Wahiba Sands: DIY in de woestijn
De meeste mensen gaan met een tour de woestijn in en slapen in een van de dure woestijnkampen. En als ze zelf een auto hebben laten ze zich op halen door een gids van een van de kampen in Bidiya. Helemaal niet verkeerd, we hebben in Marokko ook al in een mooi kamp geslapen, maar deze keer willen we wat anders.
Bidiya is voor ons het vertrekpunt voor twee spectaculaire bestemmingen in het noordoosten van Oman: de duinen van Wahiba Sands woestijn en de meest bekende riviervallei van Oman, de Wadi Bani Khalid. Wij besluiten eerst zelf de duinen te verkennen. Aan de rand van het zand ligt een kleine oase, Hawiya, waar in de buurt wat campingplekjes zouden zijn. Een weggetje leidt ons tot bovenop de duinen met prachtig uitzicht over het door dadelpalmen omringde dorp.
Even verderop brengt een zandweg ons de duinen in. We krijgen het gevoel dat we eindeloos door kunnen rijden. We hebben nog niet eens lucht uit de banden gelaten. De mooie kampeerplekjes zijn alleen bezet door gezinnen die genieten van de schaduw van de paar bomen en de speelduinen die natuurlijk heerlijk zijn om op en af te rennen – voor kinderen in ieder geval…
Regen in de woestijn
Donkere wolken pakken zich ondertussen samen. Nee, letterlijk bedoel ik. Er zal deze dagen eigenlijk helemaal niets echt misgaan. Wel gaat het keihard regenen op het moment dat we aan de westkant van de duinen een andere route de duinen in proberen. We zetten de auto stil op het punt waar de steenvlakte met een steile helling van 30m hoog overgaat in zand. Door de regen zien we niks meer.
Het is weekend en meer dan een keer komen blije dune-bashers ons vragen of alles OK is. Met grommende motoren, een zwaai en een lach vallen zij de duinen alweer aan terwijl wij even wachten tot het droog is. Ze moedigen ons aan gewoon de duin op te rijden: “the track is easy once you’re up there”.
Rijden op het zand
En ja, als we met knikkende knieën de duin oprijden blijkt het minder eng dan van ver af (ten minste… daarover verschillende meningen nog een beetje…). Bovenop, tussen de echte duinen blijkt een brede zandweg te liggen, af en toe met zacht zand, maar ook met harde banden redelijk (surfend) te berijden. Als de zon door de wolken komt wordt het zand opeens diep oranje. Op zich was het best een goed idee geweest om de banden even een beetje leeg te laten lopen voor meer grip.
Deze zandweg brengt ons richting twee duinkampen voor toeristen, diep in Wahiba Sands. Daar in de buurt zouden kampeerplekjes te vinden zijn. En inderdaad, voordat we echt duinen moeten gaan beklimmen en afdalen komen we in een duindal tussen de kampen in. Op een rand van een duin kunnen we mooi ons tentje op zetten. Best even spannend om van de tracks af het zand op te rijden, maar we houden de auto op een schuine helling en we komen niet vast te zitten. Ook nu komen er bedoeïenen, de plaatselijke nomadische bewoners van deze woestijn, even hoi zeggen en een kijkje nemen. Als er iets zou zijn, is hulp hier nooit ver weg.
Ze waarschuwen ons nog dat het gaat regenen als we zeggen dat we willen kamperen. En ja hoor, we zijn net klaar met eten als het keihard begint te regenen. We kruipen gauw de tent in en hopen maar dat ie echt waterdicht is. Gelukkig houden we het droog en kunnen we de volgende ochtend eindelijk de omgeving echt gaan verkennen!
Zonsopgang in Wahiba Sands
We worden vroeg wakker en verkennen de duinen om ons heen. Autosporen leiden dieper de duinen in. Eerst één kameel, daarna een hele groep, die twee duinenrijen achter ons blijkt te wonen. Nieuwsgierig kijken ze hoe wij over het zand struinen. Aan de overkant van de vallei komt de zon op achter de duinen. We nemen een kop koffie en ontbijten met yoghurt en muesli.
Oversteken naar de bergen: Wahibi Sands en Wadi Bani Khalid combineren
In een half uurtje zijn we de duinen weer uit. Even verderop beginnen de oostelijke Hajar-bergen alweer. Een uur de bergen in ligt Wadi Bani Khalid, misschien wel de meest bekende wadi van Oman. We komen door dorpjes en langs winkeltjes. Het wordt langzaam al drukker met Omani dag-trippers.
Op aanraden van Oman Tripper gaan we eerst rechtsaf naar Bidah, een dorpje in de wadi waar niet zoveel toeristen komen. Twee mannen maken gebruik van het hoge water door de regen om hun auto te wassen. Een familie verkent de rotsen in de rivier. Dorpelingen steken het water over met de oogst van de dadelpalmen.
Wadi Bani Khalid
Terug op de hoofdroute parkeren we de auto in een laagje water. De regen van gister was meer dan de irrigatiekanalen aan kunnen. We doen onze slippers aan en lopen over het verhoogde pad achter families aan die hun wadi-matten en koelboxen de tien minuten naar de eerste zwempoelen sjouwen. Maar daar wordt nog weinig gezwommen. Een restaurantje overziet het meertje. Men installeert zich in de schaduw van de palmbomen en geniet van de schaduw.
Wij lopen door naar boven en volgen de borden richting de Muqil caves. Een beetje spijt dat we slippers aan hebben, blijkt het nog een goede twintig minuten verder over de rotsen voor we bij de echte zwempoelen komen. Als Alette in lange broek en t-shirt het water inloopt wordt er goedkeurend geknikt door een Omaanse vrouw die met abaya en al in het water dobbert. Het is al wat drukker inmiddels en het wordt een gezellige boel. Omani jongens trekken snel weer hun t-shirt en omslagdoek aan als Alette om het hoekje komt zwemmen. Het is leuk zwemmen hier, een paar kinderen maakt bommetjes in het water, er hangen her en der touwen in de nauwe kloof zodat je een beetje kan hangen. We zwemmen een paar keer op en neer door de smalle kloof en klauteren rond de rotsen.
Als we ons, terug bij het restaurant, omgekleed hebben en weer droog zijn, biedt een terreinbeheerder ons dadels en koffie aan. De dadels zijn een klef prutje waar onze gastheer de pitten fijntjes uitknijpt voor hij ons het plakkerige goedje aanreikt. Mmmm. Hij spreekt geen Engels, maar we genieten samen van het momentje voor we de wadi weer uitrijden.