Net geland met onze vlucht uit Costa Rica rijdt een sputterende, witte taxi zonder vering ons het grote Guatemala-Stad uit. Spontaan staan we in de file, maar dan komen we na 2,5 uur aan in de hobbelige straten van Antigua, dé bestemming in Guatemala waar we dit deel van onze vier maanden door Midden-Amerika reizen starten.
We moeten nog even bijkomen van onze toch wat spontane actie om vanuit Costa Rica direct naar Guatemala te vliegen. We komen voor de koelere temperaturen in het hoger gelegen westen van Guatemala, en om een echt eigen en andere cultuur én natuur mee te maken.
Antigua biedt ons dat meteen: een koloniaal stadje met een, nee, drie vulkanen om zich heen, kleurige kerken, vrouwen in huipiles (Maya-klederdracht), hartstikke goed eten en een gezellig centraal plein met een fontein, duiven en mooie, grote bomen waar we in de schaduw mensen kunnen kijken terwijl de avondmarkt met handicrafts wordt opgebouwd.
Het is hier, niet op een slechte manier, toeristisch en we slenteren in de vroege ochtend, onderweg naar pannenkoeken met rood fruit, door de straatjes om de kerkklok en rode, blauwe en gele geveltjes op de foto te zetten.
Als we voor lunch een taxi nemen naar het restaurant op de heuvel dat het beste uitzicht over de stad en de vulkanen zou hebben, komen we erachter dat het dicht is. In het restaurant ernaast vinden we toch nog een mooi plekje en bestellen we een enorme pizza.
Eettips in Antigua:
- Vietnamees op het dakterras bij Mi Vietnamese Kitchen
- Vegan bij La Bruja in een binnentuin met allemaal kleine cafeetjes en restaurantjes
- De beste pannenkoeken en huiskamergevoel bij Café Café Guatemala
- Drukte en gezelligheid in het centrum met fastfood taco’s bij Ta’Cool Taco Shop
- De beste en enige écht Japanse sushi van Antigua bij Kabuki
We besluiten geen vulkaan te beklimmen, dé activiteit waar veel backpackers voor naar Antigua komen. Het weer is matig en dus hangt de Fuego een groot deel van de tijd in de wolken. En het vooruitzicht van 6 uur omhoog zwoegen en dan niks te zien, staat ons enorm tegen. Gelukkig kan je ook vanuit Antigua alle drie de vulkanen Agua, Acatenango en Fuego zien! Ook zonder hebben we het hier enorm naar onze zin.
Vanuit Antigua pakken we een shuttle (directe toeristenbus) naar Lake Atitlan. We slingeren over een bergweggetje naar beneden over de bergen en dalen vanuit grijze wolken af naar dit enorme meer met een strakblauwe lucht tussen wéér andere vulkanen. In de backpackershub San Pedro La Laguna hebben we een hotelkamer met uitzicht geboekt.
Ook aan Lake Atitlan blijkt dat het handig is om een beetje vooruit te boeken als je leuk wilt zitten, want veel aangeraden hotels zijn ook aan Lake Atitlan vol. Het is nog niet zo druk en vol als in Costa Rica gelukkig. Zo komen we terecht in San Pedro en het bevalt ons eigenlijk wel. De prachtige zonsopkomst vanuit ons hotel is een echte bonus!
Met San Pedro is het een beetje haat of liefde. Je vindt het leuk of niet. Het is inderdaad toeristisch, maar daardoor zijn er ook genoeg voorzieningen en dat is ook fijn. Tegelijk is het centrum bovenop de heuvel ook echt Guatemalteeks. Op de lokale markt kopen we onze groente die hier direct van het land af komen.
Het hotel had voor corona een eigen restaurant, maar dat is nu gesloten door strenge regels en gebrek aan klanten. We merken dat corona er ook hier fors heeft ingehakt. Behoorlijk wat restaurants zijn gesloten. Veel hotels hebben door de strenge corona-regels hun ontbijtservice afgeschaft. Gelukkig is er wel een keuken in het hotel. Zo koken we deze dagen vaak ons eigen eten.
We pakken op een van onze dagen aan het Atitlan-meer een bootje naar San Marcos, een dorpje dat bekend staat om z’n hippie-sfeer. Wij zien vooral veel gehang en een paar volle semi-hippe restaurantjes, maar de charme ontgaat ons even. We lopen nog naar een uitzichtspunt. Omdat het meer met de dorpen eraan niet overal even schoon is om te zwemmen is dat hier bij de kliffen van Cerro Tzankujil erg populair. Je betaalt een kleine toegangsprijs en kan dan ook het Maya-altaar bezoeken waar je uitkijkt over het meer met San Pedro en de vulkanen aan de overkant.
Op de dag, een uur voor we vertrekken voor een reis van twee dagen (we gaan naar Flores), krijgen we het verschrikkelijke nieuws dat de oorlog waarvan we hoopten dat ie niet zou komen toch is begonnen: Rusland is Oekraïne binnengevallen. Omdat Alette familie heeft in Oekraïne komt dit extra hard binnen. Pas als we in Flores in Oost-Guatemala zijn geland krijgen we de tijd om het langzaam binnen te laten dringen.
We realiseren ons weer wat een enorm privilege het is dat wij in een veilig en welvarend land zijn geboren en uit eigen keuze een reis als deze kunnen maken, terwijl anderen in de wereld een reis maken om te vluchten voor oorlog of honger. We gaan hard door onze Mb-s terwijl we oorlogsnieuws volgen en met familie whatsappen over de laatste stand van zaken en de veiligheidssituatie van de familie in Oekraïne. Pas twee weken later krijgen we het nieuws dat het een deel van de familie gelukt is om te vluchten.
Raakt dit jou ook en wil je helpen? Doneer dan aan Giro 555 of direct aan Het Rode Kruis en Vluchtelingenwerk.
Bij Zapote Tree Inn vinden we een home-away-from-home en is er ruimte om dit er te laten zijn. We kijken vanaf het dakterras in San Miguel uit over Lake Petén en het eiland Flores, eten verse vis uit het meer, gaan naar de kapper, en regelen dan toch maar dat we hier ook naar de ruïnes van eeuwenoude Maya-steden gaan.
Hoewel we er niet helemaal bij zijn met ons hoofd, lopen we rond in Yaxhá en Tikal. Dit zijn toch echt heel bijzondere plekken. Hier begint ook weer de jungle van Guatemala omdat het gebied is beschermd. Dat betekent dat hier veel hoge bomen en veel apen en vogels te zien zijn rond de tempels. Een groot deel van het land dat we verder in Noord-Guatemala zien is ontbost.
We klimmen piramides op, kijken uit over de boomtoppen en maken een praatje met Elio die 74 is en al bijna 40 jaar de toppen van de piramides bewaakt. Er zijn maar een paar tempels blootgelegd, en nog minder te beklimmen en honderden gebouwen zijn alleen herkenbaar als begroeide heuvels in het bos. Elio vertelt ons dat hier zelfs jaguars ronddwalen en hij er niet lang geleden een in Yaxhá heeft zien lopen met een net gevangen aap in zijn bek!
Het is niet druk bij de tempels. Je merkt dat er in dit deel van Guatemala door corona echt nog weinig toeristen zijn. Zeker bij Yaxhá zijn het er hoogstens enkele tientallen, maar ook in Tikal komen we alleen bij de grote tempels anderen tegen.
Hier waren ooit grote steden met tienduizenden inwoners die waarschijnlijk verlaten raakten toen ze de omgeving hadden ontbost, de vruchtbare grond en het water hadden uitgeput en met elkaar in oorlogen terecht kwamen. De steden waren onderling verbonden met verharde wegen van 30 meter breed. Je denkt misschien dat er nu geen Maya’s meer zijn na de ondergang van Tikal en de andere Maya-steden. Maar hier en in Mexico wonen nog steeds miljoenen afstammelingen van de Maya’s.
LEESTIP – Tijdens onze reis lezen we “Maya Roads” van Mary Jo McConahay waarin ze de recente en oude geschiedenis van de Maya’s in Guatemala en Mexico beschrijft. Ze volgt o.a. de archeologen die in de jaren 80 Maya-tempels uitgraven, het oude Maya-schrift ontcijferen, maar gaat ook op zoek naar de donkere verhalen van hedendaagse Maya’s in de burgeroorlogen en conflicten in de tweede helft van de 20e eeuw in Guatemala en Mexico.
Ondanks de zwaarte van al het oorlogsnieuws uit Oekraïne vinden we Guatemala echt fantastisch. De sfeer is heel gemoedelijk en we voelen ons enorm welkom. We besluiten dan ook om na ons bezoek aan Belize weer terug te gaan.
Een stuk van jullie reisverhaal met ook nu weer bijzondere dingen dat door de menging met jullie emoties je nog lang bij zal blijven